Tim Berners-Lee ontwikkelt HTML. Zijn doel is om wetenschappelijke data met onderzoekers wereldwijd te delen. Hier ontwikkelt hij code voor.
Håkon Wium Lie wilde stijl kunnen toepassen op het internet. In 1996 is Internet Explorer 3 de eerste browser die CSS ondersteunt.
Tabellen zijn erg handig. Ze kunnen content en afbeeldingen combineren. Zo werd er structuur aan designs gegeven. Content kon dankzij tabellen ook verticaal uitgelijnd worden. Websites worden ontworpen voor de meest voorkomende schermbreedtes. Dit gaat later problemen opleveren, omdat kleinere schermen de pagina’s niet goed kunnen weergeven.
Smartphones worden populairder. Webpagina’s op een smartphone zijn niet meer alleen tekst, maar geven nu ook CSS weer. Hierdoor zien ze er hetzelfde uit als een desktoppagina. De websites zijn alleen niet erg responsive. Ze werken wel, maar de webpagina is uitgezoomd, waardoor smartphone gebruikers steeds in moeten zoomen op de website.
Ethan Marcotte bedenkt de term ‘responsive web design’. Dit houdt in dat wanneer je een website bezoekt, deze zich aanpast aan de grootte van het scherm.
In 2009 stelde Luke Wroblewski voor dat designers zouden moeten ontwerpen voor het kleinste scherm dat beschikbaar is. Als het scherm groter wordt, kunnen er meer details aan toegevoegd worden. Mobile first wordt pas populair in 2013, als bedrijven merken dat gebruikers hun websites bezoeken op verschillende apparaten.
Flexbox wordt gebruikt voor layout. Het is een betere optie dan floats, omdat floats eigenlijk niet bedoeld zijn voor layout, maar wel zo gebruikt worden.
Voor het eerst wordt het internet meer bezocht op mobiele telefoons en tablets dan op desktops. Het is nu dus erg belangrijk dat websites werken op kleinere schermen. Ook worden websites die aangepast zijn voor kleine schermen hoger geplaatst in de zoekresultaten van Google.